In de Richtlijn 2019/1937 zijn minimumnormen voor klokkenluidersbescherming vastgesteld. De lidstaten zijn verplicht hun wetgeving uiterlijk op 17 december 2021 aangepast te hebben conform deze normen. De Wet Huis voor klokkenluiders en artikel 7:658c BW dienen op een aantal punten aangepast te worden. Een belangrijke wijziging die doorgevoerd dient te worden is de uitbreiding van zowel het materieel als persoonlijk toepassingsgebied, waardoor de wet op het gebied van klokkenluiders vaker van toepassing zal zijn. Ook belangrijk is dat de bewijslijst omgekeerd dient te worden. Waar thans in de Nederlandse wetgeving de melder dient aan te tonen dat de gestelde benadeling het gevolg is van de gedane melding, is de bewijslast in de richtlijn neergelegd bij degene die de represaillemaatregel heeft genomen. Voorts is tevens de invoering van doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties tegen degene die represaillemaatregelen neemt een belangrijke wijziging. Er is sprake van een minimale harmonisatieverplichting, zodat de lidstaten ten gunste van de melder kunnen afwijken. Het verdient aanbeveling om bij de implementatie van de richtlijn ook na te denken over gelijktijdige invoering van de volgende twee wijzigingen: ook voor juridische entiteiten met minder dan vijftig werknemers in dienst de procedure verplicht stellen en de mogelijkheid bieden om anoniem te melden.
Date of Award | 23 Jan 2020 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Awarding Institution | - Department of Private Law
|
---|
- Klokkenluiders
- bescherming
- omkering van de bewijslast
- anoniem melden
- Richtlijn 219-1937
Klokkenluiders in het arbeidsrecht: Krijgen klokkenluiders door Europese wetgeving meer bescherming?
Gerritsjans-van Essen, J. (Author). 23 Jan 2020
Student thesis: Master's Thesis