Abstract
Met de invoering van de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM) is levenslang toezicht mogelijk. De GVM en de rechtspraak hieromtrent zijn in abstracte zin getoetst aan het recht op vrijheid en veiligheid (art. 5 EVRM) en het recht op bewegings- en vestigingsvrijheid (art. 2 Vierde Protocol bij het EVRM).Bij de GVM is er sprake van vrijheidsontneming in het geval dat er vervangende hechtenis wordt toegepast en bij een cumulatie van zodanig strikte voorwaarden dat zij hebben te gelden als vrijheidsontneming. In art. 5 EVRM staan een aantal limitatief opgesomde gevallen waarin vrijheidsontneming gerechtvaardigd is. Indien er sprake is van een ‘veroordeling’ is vrijheidsontneming o.b.v. de GVM gerechtvaardigd onder de a-grond van art. 5 EVRM.
De GVM is in overeenstemming met de wet, kent legitieme doelstellingen en is daarnaast noodzakelijk in een democratische samenleving (art. 2, derde lid, Vierde Protocol EVRM). De noodzakelijkheid is getoetst aan de hand van diverse (sub)criteria: een dwingende maatschappelijke behoefte, het relevantie- en toereikendheidscriterium, proportionaliteit (mede ten aanzien van het legitieme doel) en aan het subsidiariteitsbeginsel.
Date of Award | 16 Apr 2021 |
---|---|
Original language | Dutch |
Awarding Institution |
|
Keywords
- levenslang toezicht
- gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (art. 38z SR)
- Recht op vrijheid en veiligheid (art. 5 EVRM)
- Recht op bewegings- en vestigingsvrijheid (art. 2 Vierde Protocol EVRM)
- Wet Langdurig Toezicht
Master's Degree
- Master Rechtsgeleerdheid