Abstract
In deze scriptie is onderzocht of artikel 6 en 8 EVRM worden geschonden bij toepassing van de Mr. Big-methode en welke waarborgen Boek 2 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering biedt om deze schendingen te voorkomen.De Mr. Big-methode wordt toegepast op grond van Stelselmatig inwinnen van informatie. De wetgever heeft bij de totstandkoming van Stelselmatig inwinnen van informatie geen rekening kunnen houden met de Mr. Big-methode. De Mr. Big-methode wordt toegepast op met bevoegdheid die daar niet voor bedoeld is. Vervolgens is onderzocht hoe de Mr. Big-methode zich verhoudt tot artikel 6 en 8 EVRM. Het gebruik van de Mr. Big-methode zorgt per definitie voor een inbreuk op het recht op privéleven en het recht op een eerlijk proces van verdachten.
Uit de analyse van de Kaatsheuvelzaak en de Posbankzaak is een beoordelingskader ontstaan. De specifieke kenmerken van de Mr. Big-methode zorgen voor te veel misleiding en te veel (psychische) druk op verdachten.
Door de nieuwe wettelijke grondslag wordt de methode in de toekomst rechtmatig toegepast, maar waarborgen om de verklaringsvrijheid van de verdachte te beschermen zijn er niet. Door de Mr. Big-methode worden de rechten van een verdachte op een eerlijk proces en het recht op privéleven geschonden en de nieuwe juridische normering gaat daar nauwelijks verschil in maken.
Date of Award | 4 Jul 2022 |
---|---|
Original language | Dutch |
Awarding Institution |
|
Keywords
- Mr. Big-methode
- grondslag
- verklaringsvrijheid
- privéleven
- betrouwbaarheid
- verslaglegging
Master's Degree
- Master Rechtsgeleerdheid