Met de komst en verdere ontwikkeling van het internet staan we voor nieuwe juridische vraagstukken. Een daarvan is het recht op onbelemmerde toegang tot het internet. De Nederlandse overheid vindt dat zij actief moet optreden om obstakels tot het internet te verwijderen. Zij vindt dat internetproviders netneutraliteit moeten nastreven. Dat wil zeggen dat internetproviders bepaalde soorten internetverkeer niet met voorrang dan wel met vertraging mogen behandelen. Netneutraliteit is sinds 1 januari 2013 vastgelegd in artikel 7.4a van de Telecommunicatiewet.
In dit onderzoek heeft de toepassing van dit artikel in de rechtspraktijk centraal gestaan. De toezichthouder, de Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft sinds 2013 een aantal keer van zich laten spreken. Uit analyse is gebleken dat ACM weinig transparant is in de prioritering van zaken en de motivering van uitspraken. Daarmee komt de effectiviteit van wetgeving onder druk te staan.
Om netneutraliteit te garanderen zou meer aandacht moeten worden gegeven aan voorlichting van de burger zodat deze in staat wordt gesteld zelf op zoek te gaan naar een netneutrale internetprovider. Daarnaast is effect te verwachten van een overheid die de kosten van netneutraliteit niet afwentelt op de internetprovider, maar het eigenaarschap en de exploitatie van de infrastructuur in eigen hand neemt.
Date of Award | 25 Nov 2015 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Netneutraliteit: Een onderzoek naar de toepassing in de Nederlandse rechtspraktijk
Visser-Bekkema, T. (Author). 25 Nov 2015
Student thesis: Master's Thesis