Abstract
Zowel het noodbevel als de noodverordening hebben als doel het handhaven van de openbare orde of het beperken van gevaar bij (de ernstige dreiging van) ernstige wanordelijkheden of rampen. Een burgemeester heeft op grond van de artikelen 175 lid 1 Gemeentewet in geval van een noodbevel en 176 lid 1 Gemeentewet in geval van een noodverordening de bevoegdheid om deze juridische instrumenten in te zetten. Wanneer de situatie zich voordoet dat een burgemeester de keuze moet maken tussen een noodbevel of noodverordening is tot op heden onduidelijk of een burgemeester een bewuste afweging maakt welke van de twee noodbevoegdheden wordt gekozen. Daarbij komt dat het onderscheid tussen noodbevel en noodverordening in de praktijk niet altijd helder is. Deze scriptie reikt vijf vragen aan die een burgemeester zou moeten betrekken bij het stellen op het moment dat de er een keuze moet worden gemaakt tussen het instellen van een noodbevel of het afkondigen van een noodverordening. Die vijf vragen hebben betrekking op de adressanten, de toepassingsvoorwaarden, de wijze van bekendmaking van het genomen besluit en de handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid van de besluiten. Die vijf vragen leiden uiteindelijk tot drie overwegingen die een burgemeester moet betrekken in dit kader.
Date of Award | 7 Jul 2023 |
---|---|
Original language | Dutch |
Awarding Institution |
|
Keywords
- noodbevel
- noodverordening
- burgemeester
- noodbevoegdheden
- overwegingen
- noodsituatie
Master's Degree
- Master Rechtsgeleerdheid