Recent zijn wereldwijd projectorganisaties moeten overschakelen naar ad-hoc-virtueel projectwerk wegens verplicht thuiswerk door de pandemie COVID-19. Deze casestudie werd uitgevoerd in een Belgische semi-overheidsorganisatie en gaat na op welke factoren de projectmanagers kunnen sturen om onderling vertrouwen tussen projectmedewerkers op te bouwen of te onderhouden tijdens het ad-hoc-virtueel samenwerken, en wat hun ervaringen hierin zijn. De casestudie werd uitgevoerd aan de hand van semigestructureerde interviews volgens de techniek CIT (Flanagan, 1954). De bevindingen suggereren dat de gekende factoren (Breuer et al., 2020) dezelfde blijven maar er een afhankelijkheid is tussen de mate van belang van de factoren en het type projectorganisatie. Daarnaast blijken de factoren afhankelijk te zijn van de maturiteit van het virtueel werken. In verder onderzoek kunnen deze afhankelijkheden getoetst worden. Dit onderzoek werd uitgevoerd in de unieke situatie van een grootschalige omslag van projectorganisaties ten gevolge van de pandemie COVID-19, en draagt hierdoor bij tot de wetenschappelijke kennis over het onderling vertrouwen tussen projectmedewerkers.
Date of Award | 26 Jan 2023 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Supervisor | F.J. (Fred) Heemstra (Supervisor) & Rob Kusters (Examiner) |
---|
- Onderling vertrouwen
- ad-hoc-virtuele projectteam
- COVID-19
- CIT
- casestudie
- Master Business Process management & IT (BPMIT)
Onderling vertrouwen in een ad-hoc-virtuele projectorganisatie: Casestudie over onderling vertrouwen in de context van thuiswerk door COVID-19
De Lille, N. (Author). 26 Jan 2023
Student thesis: Master's Thesis