Doel van art. 5a WVW is het zwaarder straffen van gevaarlijk rijgedrag zonder gevolgen en het wegnemen van onbegrip over de uitleg van het begrip roekeloosheid. De Hoge Raad is bij verkeersongevallen al terughoudend bij het aannemen van opzet. Schending van verkeersregels in ernstige mate is een nieuw begrip en zal daarom leiden tot veel jurisprudentie. Of er sprake is van levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel zal door een verkeersexpert en/of de rechter moet(en) worden ingeschat. Het is onduidelijk wat de wetgever bedoelt met ‘soortgelijke gedragingen’. Roekeloosheid is de zwaarste vorm van schuld en wordt niet snel aangenomen door de Hoge Raad. Door de strenge eisen zullen veel gedragingen die wel zwaarder gestraft zouden moeten worden niet onder art. 5a WVW vallen. Er kan daarom een culpoze variant worden toegevoegd aan art. 5a WVW. De onduidelijkheid over het begrip roekeloosheid wordt niet weggenomen, maar zal juist toenemen als er minder veroordelingen volgen. Roekeloosheid zou een strafverzwarende omstandigheid moeten blijven, zodat de rechter alle omstandigheden van het geval kan mee kan nemen in de beslissing of er sprake is van roekeloosheid.
Date of Award | 21 Nov 2020 |
---|
Original language | Dutch |
---|
- wetswijziging
- zwaardere straffen
- verkeersdelicten
- opzet
- schuld
- roekeloosheid
Onderzoek naar de haalbaarheid van het doel van art. 5a WVW
Mager, Y. (Author). 21 Nov 2020
Student thesis: Master's Thesis