In 2018 zijn artikel 6:1:18 Sv en artikel 38z Sr ingevoerd, welke het mogelijk maken om de proeftijd van de v.i. in het geval van zware gewelds- en zedendelinquenten ongelimiteerd te verlengen. Doordat de verlenging van de proeftijd van de v.i. mogelijk levenslang kan duren is onderzocht of het ongelimiteerd verlengen van de proeftijd van de v.i. in strijd is met artikel 7 EVRM. Dit artikel biedt namelijk bescherming wanneer strafrechtelijke bepalingen worden gewijzigd ná het plegen van een strafbaar feit. Om te bepalen of binnen artikel 7 EVRM het legaliteitsbeginsel van toepassing is, moet worden geoordeeld dat er sprake is van een ‘penalty’ en dat er sprake is van een strafoplegging of een strafexecutie. Om te bepalen of er sprake is van een strafexecutie of strafoplegging, moet getoetst worden of de ‘scope of the penalty’ negatief verandert. De Hoge Raad oordeelde in 2021 dat de verlenging van de proeftijd van de v.i. onder de strafexecutie valt, maar dat bijzondere voorwaarden toch een strijd met artikel 7 EVRM kunnen opleveren. Dit is het geval wanneer de bijzondere voorwaarden ervoor zorgen dat betrokkenen voor een langere tijd en zelfs levenslang gebonden zijn aan vrijheidsbenemende maatregelen. Geconcludeerd kan worden dat bijzondere voorwaarden welke ervoor zorgen dat de proeftijd van de v.i. levenslang duurt, in strijd zijn met artikel 7 EVRM.
Date of Award | 1 Jul 2022 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Awarding Institution | |
---|
- proeftijd
- v.i.
- wet Langdurig Toezicht
- artikel 7 EVRM
- artikel 6:1:18 Sv
- zedendelinquent
Ongelimiteerd verlengen van de proeftijd van de voorwaardelijke invrijheidsstelling en artikel 7 EVRM
van der Waall, S. C. (Author). 1 Jul 2022
Student thesis: Master's Thesis