In mijn klassiek-juridische onderzoek stond de strafbaarstelling van doxing centraal. De onderzoeksvraag was: Leidt de ‘Strafbaarstelling gebruik persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden’ ten aanzien van uitingen van juicevloggers tot een schending van het recht op de vrijheid van meningsuiting ex. artikel 10 EVRM? In het belang van de democratie kent het EHRM bijzondere bescherming toe aan journalistieke uitingen die bijdragen aan het publieke debat. Gebleken is dat de vraag of uitingen van juicevloggers ook als zodanig kunnen worden beschouwd, afhangt van alle omstandigheden van het geval. Mijn conclusie is voorts dat de strafbepaling voor doxing geen toetsing van de concrete feiten en omstandigheden verlangt op grond waarvan kan worden beoordeeld of er ondanks het oogmerk op de gevolgen, sprake is van een legitieme uiting. Deze onvoorzienbaarheid creëert een gevaar van een chilling effect op journalisten, waardoor de wet in de ogen van het EHRM wellicht onvoldoende bescherming biedt voor journalisten. Ook geeft de strafbaarstelling er geen blijk van dat rekening is gehouden met de gegeven appreciatiemarge en de van toepassing zijnde wetgeving en rechtspraak van het EHRM.
Date of Award | 19 Apr 2024 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Awarding Institution | |
---|
- vrijheid van meningsuiting
- doxing
- juicevlogger
- publiek debat
- chilling effect
- belangenafweging
Persverbod voor juicers?: Een onderzoek naar de vraag of de ‘Strafbaarstelling gebruik persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden’ ten aanzien van uitingen van juicevloggers leidt tot een schending van het recht op de vrijheid van meningsuiting ex. artikel 10 EVRM
Bleijendaal, M. (Author). 19 Apr 2024
Student thesis: Master's Thesis