Dit onderzoek richt zich op het vraagstuk op welke wijze de rechter de toepassing van de cumulatiegrond (artikel 7:669 lid 3 sub i BW) in de jurisprudentie vormgegeven heeft. Gebleken is dat de werkgever moet onderbouwen waarom de aangevoerde gronden tezamen leiden tot een voldragen i-grond. Indien er geen zelfstandige onderbouwing van de cumulatiegrond is dan zal de rechter het ontbindingsverzoek afwijzen. Daarnaast blijkt dat er sprake dient te zijn van een ‘bijna voldragen’ ontslaggrond. Hierover bestaat vooralsnog geen consensus. Als laatste zij opgemerkt dat uit de jurisprudentie blijkt dat de rechter de cumulatiegrond ambtshalve toepast c.q. aanvult. Tevens is onderzocht of de doelstellingen van de cumulatiegrond behaald zijn. Gebleken is dat de cumulatiegrond het gat tussen de arbeidspraktijk, de wensen van de werkgever en de rechtszekerheid van de werknemer, vooralsnog niet dicht. De grote gemene deler is dat tot op heden de cumulatiegrond vooralsnog niet heeft geleid tot een revolutionaire verandering, waarmee de problematiek van de dynamische arbeidsmarkt, of de discrepantie tussen de gesloten (rigide) ontslaggronden en de dynamische arbeidsmarkt, opgelost is.
Date of Award | 17 Nov 2022 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Awarding Institution | - Department of Private Law
|
---|
- cumulatiegrond
- Wab
- ontslaggronden
- voldragen
- arbeidsrecht
- Wwz
Potpourr-i Een onderzoek naar de cumulatiegrond van artikel 7:669 lid 3 onder i BW
Kievit, A. J. (Author). 17 Nov 2022
Student thesis: Master's Thesis