Abstract
Het onderzoek gaat over de toepassing van het criminaliteitsanticipatiesysteem (CAS) door de Nederlandse politie. Het CAS is een vorm van ‘predictive policing’, waarbij big data-analyse de basis vormt waarop hoog-risico-gebieden worden aangewezen om de meest efficiënte inzet van middelen te bepalen. Onderzocht wordt de rechtmatigheid van gebruik van big data-analyse en de mogelijke schending van privacy van burgers wier data het betreft. De hoofdvraag van het onderzoek luidt: Leidt het huidige gebruik van het CAS door de Nederlandse politie tot schending van het recht op privacy zoals bedoeld in artikel 8 van het EVRM?Deze hoofdvraag wordt beantwoord aan de hand van de deelvragen:
Vormt big data-analyse een inbreuk op het recht op privacy?
Wanneer vormt inbreuk een schending van artikel 8 EVRM?
Is er sprake van schending van het recht op privacy door inzet van gerichte surveillance?
Geconcludeerd wordt dat omdat de gebruikte gegevens als persoonsgegevens te kwalificeren zijn de inzet van het CAS niet aan de eisen van artikel 8 EVRM voldoet. Hieraan liggen de gevolgen van het gebrek aan een specifieke wettelijke bepaling, het niet voldoen aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit en het gebrek aan waarborgen ten grondslag. Ook blijkt dat enige aanpassing deze schending kan voorkomen door de inbreuk te beperken en de juridische basis te verstevigen.
Date of Award | 22 Sept 2020 |
---|---|
Original language | Dutch |
Keywords
- criminaliteitsanticipatiesysteem (CAS)
- predictive policing
- predictive mapping
- big data-analyse
- privacy
- artikel 8 EVRM
Master's Degree
- Master Rechtsgeleerdheid