Samuel van Hoogstraten: Zelfportret met vanitas-stilleven
: Een persoonlijke weergave van Nederlandse zeventiende-eeuwse artistieke, sociale en morele opvattingen

Translated title of the thesis: Samuel van Hoogstraten: Self-portrait with vanitas-still life: A personal depiction of Dutch seventeenth century artistic, social and moral views
  • S.M. Boschman

    Student thesis: Bachelor's Thesis

    Abstract

    In dit onderzoek is het Zelfportret met vanitas-stilleven (1644) van Samuel van Hoogstraten1 vergeleken met vijf geschilderde zelfportretten met een stilleven van respectievelijk Pieter Claesz. (1597/1598-1660), Jan Davidz. de Heem (1606-1684), Gerrit Dou (1613-1675), Jan Miense Molenaer (1609-1668) en David Bailly (1584-1657). In het vergelijkend onderzoek werden antwoorden gezocht op de vraag
    in hoeverre de interpretaties, die in de kunsthistorische literatuur gegeven zijn aan deze zelfportretten met stillevens, toepasbaar zijn op het Zelfportret van Van Hoogstraten. Voor elk vergeleken schilderij is een interpretatieve tekst van een toonaangevende kunsthistoricus als uitgangspunt genomen. In de meeste gevallen is deze tekst aangevuld met interpretaties uit andere wetenschappelijke bronnen.
    De duiding van de belangrijkste beeldmotieven, zijnde de zelfafbeelding en het stilleven, de voorstellingswijzen van deze motieven en de gehanteerde interpretatiemethoden in de geanalyseerde teksten zijn vervolgens op toepasbaarheid voor het Zelfportret getoetst. Het doel was om op basis van de interpretatie van de overeenkomstige elementen in de voorstellingen meer kennis te vergaren over de mogelijke betekenis van Van Hoogstratens schilderij.
    Het onderzoek toont aan dat de gezichtsuitdrukking en het wat scheef gehouden gezicht van Van Hoogstraten een melancholieke gemoedstoestand uitdrukt, die gangbaar werd geacht voor geleerden en kunstenaars en die gebaseerd is op een picturale conventie geïntroduceerd door Alfred Dürer.2 De uitbeelding van een geleerde of kunstenaar wordt bevestigd door de interpretatie van het overeenkomstig afgebeelde zelfportret van Gerrit Dou3 en de duiding van Sabine Schulze van de stillevenobjecten als zijnde een onderdeel van de gebruikelijke voorstellingswijze van de geleerde Hiëronymus,4 waaruit de conclusie kan worden getrokken dat het Zelfportret te beschouwen is als een voorstelling van een pictor doctus.
    De interpretatie van Van Hoogstraten als geleerde schilder compliceert een moralistische duiding, die op basis van de iconologische methode zou kunnen worden toegekend. Ook geven het gebrek aan literaire verwijzingen en de typisch Nederlandse
    1 Samuel van Hoogstraten, Zelfportret met vanitas-stilleven, 1644, paneel, olieverf, 74 x 58 cm, Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam.
    2 F.G. Meijer, The collection of Dutch and Flemish still-life paintings bequeathed by Daisy Linda Ward: catalogue of the collection of paintings (Zwolle 2003) 216-218.
    3 Ivan Gaskell, ‘Gerrit Dou, his patrons and the art of painting’, Oxford Art Journal 5 (1982) 1, 15-23.
    https://www.jstor.org/stable/1360100
    4 Sabine Schulze e.a., Leselust. Niederländische Malerei von Rembrandt bis Vermeer, tent.cat. Schirn Kunsthalle Frankfurt (Frankfurt 1993) 226-227.


    zeventiende-eeuwse culturele factoren en opvattingen, zoals de vrije kunstmarkt, de schilder-ambachtsman en de eigentijdse kunsttheorie, geen aanknopingspunten om de voorstelling moralistisch te duiden.
    Overeenkomstige voorstellingen van illustere voorgangers wijzen erop dat het Zelfportret een navolging of zelfs een emulatie is van bekende voorbeelden.5 De competitieve kunstmarkt en daardoor de rivaliteit tussen de kunstenaars zijn genoemd als achterliggende oorzaken van deze schilderpraktijk. De hoge waardering voor de technische kunde van schilders en de werkplaatspraktijk voor schildersleerlingen in de zeventiende eeuw verklaren de functie van het Zelfportret als een proeve van bekwaamheid.6
    Van Hoogstratens voorstelling blijkt het resultaat te zijn van eigentijdse preoccupaties, zoals de status van de kunstenaar, de verhouding tussen vergankelijkheid en de schilderkunst, en de interesse in de wetenschap. Het Zelfportret kan dan ook betitteld worden als een typisch zeventiende-eeuws zelfportret.
    5 Eric Jan Sluijter, ‘The Painter’s Pride. The Art of capturing transience in self-portraits from Isaac van Swanenburgh to David Bailly’ in: Enenkel, Karl, Betsy de Jonge-Crane en Peter Liebregts, Modelling the Individual. Biography and Portrait in the Renaissance (Leiden 1998) 173-195.
    6 Celeste Brusati, ‘Stilled Lives: Self-Portraiture and Self-Reflection in Seventeenth-Century Netherlandish Still-Life Painting’, Simiolus: Netherlan
    Date of Award21 Jun 2019
    Original languageDutch
    SupervisorFrauke Laarmann (Supervisor) & Anneke Schulenberg (Examiner)

    Keywords

    • art history
    • van hoogstraten

    Cite this

    '