De manier waarop iemand prikkels waarneemt en verwerkt, de sensorische prikkelverwerking (SPV), is voor elke persoon anders. De Sensory Profile–NL (SP-NL, Dunn & Rietman, 2013) verdeelt de SPV in vier profielen (prikkelgevoelig (PG), prikkelzoekend (PZ), prikkelvermijdend (PV) en gebrekkige registratie (GR)). Per profiel zijn er drie categorieën te onderscheiden die aangeven in welke mate iemand gedrag laat zien dat bij het profiel hoort: ‘minder dan anderen’, ‘vergelijkbaar met anderen’ of ‘meer dan anderen’. De SPV beïnvloedt de manier waarop een leerling leert en een optimale prikkelverwerking blijkt dan ook een belangrijke factor voor schoolsucces (Critz, Blake, & Nogueira, 2015). Eveneens cruciaal voor schoolsucces zijn de executieve functies (EF’s) (Diamond, 2013). EF’s zijn de mentale processen die men gebruikt om afgestemd en doelgericht op een situatie te reageren (Thorell & Nyberg, 2008). Er zijn binnen de EF’s drie kerncomponenten: werkgeheugen, inhibitie en cognitieve flexibiliteit (Diamond, 2013; Garon et al., 2008). Wanneer een leerling in het basisonderwijs een niet-optimale prikkelverwerking of onvoldoende ontwikkelde EF’s heeft, kan dit zich uiten in bijvoorbeeld dromerig of prikkelbaar gedrag, moeite met focussen en impulsieve reacties. Mogelijk is er samenhang tussen een niet-optimale SPV en de EF’s, maar hiernaar is nog weinig wetenschappelijk onderzoek verricht.
Doel van de huidige studie was te onderzoeken of er verschillen in EF’s waren tussen de prikkelverwerkingsprofiel-categorieën van de vier prikkelverwerkingsprofielen bij basisschoolleerlingen.
Data werd verzameld middels een cross-sectioneel vragenlijst onderzoek. Aan de hand van een aselect steekproef onder de ouders van vier basisscholen en aanvullend via een selecte steekproef (sneeuwbaleffect) zijn deelnemers geworven. In totaal deden 105 ouders van basisschoolleerlingen van groep één tot en met groep acht uit het regulier basisonderwijs mee aan het onderzoek. Verkregen data werden geanalyseerd met multivariate variantieanalyses met geslacht en leeftijd als covariaat (MANCOVA’s).
Meetinstrument om het SPV profiel en de EF in kaart te brengen waren respectievelijk de Sensory Profile-NL (SP-NL; Dunn & Rietman, 2013) en de Childhood Executive Functioning Inventory (CHEXI; Thorell & Nyberg, 2008).
Ouders rapporteerden voor 42,7% tot 54,4% van de kinderen een niet-optimale SPV. Er zijn duidelijke verschillen in EF’s tussen de SPV-profielcategorieën. Kinderen die het gedrag dat past bij het PG-profiel ‘meer dan anderen’ vertonen, scoren significant lager op werkgeheugen dan kinderen die dat gedrag ‘vergelijkbaar met anderen’ vertonen. Kinderen die het gedrag dat past bij het PG-, PV- en PZ-profiel ‘meer dan anderen’ laten zien, scoren significant lager op planning en regulatie dan kinderen die dat gedrag ‘vergelijkbaar met anderen’ vertonen. Kinderen die het gedrag dat past bij het PG- en het PZ-profiel ‘meer dan anderen’ vertonen, scoren significant lager op inhibitie dan kinderen die dat gedrag ‘vergelijkbaar met anderen’ vertonen.
Concluderend lijken kinderen met niet-optimale SPV op alle EF’s minder te presteren dan kinderen met een optimale SPV. Dit is een waardevolle aanvulling op bestaande wetenschappelijke kennis, omdat onderzoek op dit vlak zeer beperkt is uitgevoerd. De resultaten zijn maatschappelijk relevant, omdat ze bijdragen aan het bieden van de juiste ondersteuning aan kinderen passend bij hun SPV-profiel.
- sensorische prikkelverwerking
- executieve functies
- basisonderwijs
- Master Onderwijswetenschappen
Sensorische Prikkelverwerking en Executieve Functies Een onderzoek naar de verschillen in werkgeheugen, planning, regulatie en inhibitie tussen de prikkelverwerkingsprofiel-categorieën bij basisschoolleerlingen.
Van Noot, E. (Author). 12 Feb 2021
Student thesis: Master's Thesis