Onderzoek laat zien dat matig intensieve fysieke beweging een bevorderend effect uitoefent op de creativiteit van jongvolwassenen. Ook beweging met een lichtere intensiteit, zoals wandelen en staan, lijkt het creatieve denken te bevorderen. De resultaten uit wetenschappelijk onderzoek duiden vooral op een toename van het divergente denken en op een afname van het convergente denken. De gemoedstoestand lijkt hierbij een mediërende rol te spelen: het vermoeden is dat fysieke beweging bijdraagt aan een positieve gemoedstoestand en een positieve gemoedstoestand zorgt vervolgens voor een verbeterd divergent denken.
Het doel van dit onderzoek was de acute invloed van staan op het creatieve denken van mbo-studenten te bepalen, waarbij tevens gekeken is naar de mogelijk mediërende rol van de gemoedstoestand. Dit is onderzocht door middel van een experiment met een mixed design, waarbij zowel een between-subjects als een within-subjects factor is gebruikt. De 169 participerende mbo-studenten zijn willekeurig verdeeld over twee groepen die achtereenvolgens de zittende en de staande conditie of de staande en zittende conditie hebben aangenomen. In iedere conditie heeft een meting plaatsgevonden. Het divergente denken is gemeten met de Guilford Alternative Uses task (Guilford, 1967), het convergente denken met de Remote Associates Test (Mednick, 1968) en de gemoedstoestand met de Positive and Negative Affect Scale (Watson, Clark, & Tellegen, 1988).
De data-analyse is verricht door middel van drie afzonderlijke mixed ANOVA tests, waarbij de invloed van de testconditie op het divergente denken, het convergente denken en de gemoedstoestand is bepaald. Er blijkt geen interactie-effect op te treden van de testconditie op het divergente en het convergente denken van de deelnemers. Staan heeft in dit onderzoek dus geen invloed op de creativiteit van mbo-studenten en de gemoedstoestand kan hierbij logischerwijs ook niet optreden als mediërende variabele. Er blijkt echter wel sprake te zijn van een interactie-effect van de testconditie op de gemoedstoestand. Hoewel de positieve gemoedstoestand voor beide experimentele groepen is afgenomen, blijkt de afname het sterkst te zijn voor de deelnemers die ten tijde van de tweede testafname hebben gestaan. Het staan kan in dit onderzoek dus in verband worden gebracht met een verminderd positieve gemoedstoestand.
Mogelijkerwijs heeft het uitblijven van een interactie-effect van staan op de creativiteit te maken met de gebrekkige intensiteit van de inspanning. Wellicht heeft het staan voor te weinig intensieve fysieke inspanning gezorgd om een waarneembaar effect te kunnen bewerkstelligen. Ook kan er sprake zijn van een bepaalde gewenning aan het staan waardoor het effect uitblijft. De afname van de positieve gemoedstoestand doet vermoeden dat de deelnemers een zekere afkeer tegen de staande conditie hebben ervaren. Mogelijk zijn de mbo-studenten niet gewend aan het staan en leidt het in eerste instantie tot een ervaren discomfort. Ondanks de ogenschijnlijke initiële weerstand van deze studenten, valt het implementeren van staande werkplekken in mbo-instellingen wel degelijk aan te raden. Staande werkplekken brengen immers gezondheidsvoordelen met zich mee en doen de creativiteit niet afnemen.
Date of Award | 14 Jan 2020 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Supervisor | Jérôme Gijselaers (Supervisor) |
---|
- staan
- creativiteit
- divergent denken
- convergent denken
- gemoedstoestand
- Master Onderwijswetenschappen
Staand Werken voor Vrolijke en Creatieve Studenten?: Acute effecten van Staan op Creativiteit met Gemoedstoestand als Mediator in het Middelbaar Beroepsonderwijs.
Van Golde, R. (Author). 14 Jan 2020
Student thesis: Master's Thesis