Het horizontaal toezicht is in 2020 door de belastingdienst doorontwikkeld, waarbij de eisen zijn aangescherpt. Het aangepaste convenant DHT, waarin de afspraken worden vastgelegd, kwalificeert als een privaatrechtelijke beleidsovereenkomst. Is er bij DHT, door gebruik van het privaatrecht, sprake van een onaanvaardbare doorkruising van het publiekrecht? De wet geeft geen uitdrukkelijk antwoord op de vraag of gebruik van het privaatrecht bij het houden van toezicht door de Belastingdienst is toegestaan. Bij twee van de vier verplichtingen uit het convenant is sprake van een onaanvaardbare doorkruising, namelijk bij het aantoonbaar werkend systeem van fiscale beheersing en bij het spontaan en periodiek inzicht verstrekken in de fiscale strategie en relevante bedrijfsontwikkelingen. Met name de inhoud en strekking van artikel 47 en 52 AWR verzetten zich hier tegen. Door de afspraken uit het convenant DHT komt een deel van de kosten van controle van de belastingaangiften voor rekening van de organisatie en dit sluit niet aan bij de bedoeling van de wetgever. Ook kan de Belastingdienst op grond van artikel 47 AWR zelf de voor een controle benodigde informatie verzamelen waarmee hetzelfde resultaat kan worden bereikt.
Date of Award | 22 Apr 2022 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Awarding Institution | |
---|
- horizontaal toezicht
- doorontwikkeling
- juridische kwalificatie
- TCF
- informatieplicht
- doorkruisingsleer
Toezicht door de belastingplichtige: Leidt de doorontwikkeling van het Horizontaal Toezicht tot een onaanvaardbare doorkruising van het publiekrecht?
Anoniem (Author). 22 Apr 2022
Student thesis: Master's Thesis