Het persoonlijk leernetwerk (Personal Learning Network, PLN) van docenten en leergemeenschappen (Communities of Practice, CoP’s) kunnen een belangrijke rol spelen bij de professionalisering van docenten. Tot nu toe is weinig tot geen onderzoek gedaan naar het PLN of CoP’s van mbo-docenten. In dit onderzoek wordt de volgende vraag beantwoord: Welke rol speelt het PLN en spelen CoP’s in de professionalisering van mbo-docenten en zijn daarbinnen verschillen in ervaring, geslacht en vakrichting? Het doel van dit onderzoek is om een bijdrage te leveren aan kennis over het gebruik van het PLN en CoP’s van mbo-docenten zodat meer inzicht wordt verkregen in deze vormen van professionalisering. Daarnaast worden suggesties gegeven voor verder onderzoek en wordt voortvloeiend uit dit onderzoek een aantal suggesties gegeven voor de praktijk van mbo-scholen.
De studie betrof een exploratief onderzoek met een convergent mixed methods design met overwegend kwalitatieve methoden. De respondenten bestonden uit acht mbo-docenten van een school voor retail opleidingen en logistieke opleidingen van een groot Randstedelijk ROC waar de schrijver van deze studie werkzaam was. Respondenten werden door middel van maximal variation sampling geselecteerd. De selectie vond plaats op basis van geslacht, aantal jaren onderwijservaring en vakrichting.
Eerst werden individuele semi-gestructureerde interviews gehouden met de respondenten waarin zij hun PLN visueel te maakten. Daarna volgde een vragenlijst over type professionaliseringsactiviteiten. Bij de interviews werd informatie verzameld over de professionaliseringsactiviteiten, het PLN en het gebruik van CoP’s van de respondenten. De interviews zijn getranscribeerd, gecodeerd en teruggebracht tot vijf thema’s. Een Mann-Whitney U test werd uitgevoerd te kijken of er verschil was in resultaat tussen geslacht, aantal jaren onderwijservaring en vakrichting.
De vragen de uit vragenlijst zijn gebaseerd op de vragenlijst van Diepstraten & Evers (2012) en De Onderwijscoöperatie (2016). De kwantitatieve data zijn geanalyseerd met SPSS. De interviewvragen over het PLN en CoP’s waren gebaseerd op de interviewvragen van Waes et al. (2016) en werden gecodeerd met Dedoose.
Beginnende docenten rapporteerden dat ze vaker professionaliseerden dan ervaren docenten op het gebied van experimenteren en up-to-date blijven. Het dominante interactietype was bij alle vrouwelijke docenten sharing. Bij alle mannelijke respondenten was dit aid & assistance. Docenten van generieke vakken rapporteerden meer interacties met het PLN dan docenten van beroepsgerichte vakken. Gesprekken tussen respondenten met het PLN centreerden zich voornamelijk rondom lastige situaties met studenten en lesactiviteiten. CoP’s speelden een minder grote rol bij de respondenten dan het PLN.
Geconcludeerd wordt dat het PLN door de respondenten intensief wordt gebruikt en als belangrijk en waardevol wordt ervaren voor de professionele ontwikkeling van de respondenten. CoP’s spelen een minder belangrijke rol bij de professionalisering van de respondenten. Verder blijkt uit de resultaten dat de meeste respondenten weinig interacties hebben met mbo-docenten buiten de eigen school en met beroepsprofessionals van het vakgebied. Hier valt voor de docenten en de school winst te behalen; een meer divers netwerk kan zorgen voor meer uitwisselingen van actuele kennis en meer innovatie (Borgatti, Mehra, Brass & Labianca, 2009).
Date of Award | 2 Sept 2020 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Supervisor | Steven Verjans (Supervisor) |
---|
- professionele ontwikkeling
- mbo-docenten
- Personal Learning Network
- Community of Practice
- Master Onderwijswetenschappen
Verbinden en leren.: Een exploratief onderzoek naar het Personal Learning Network en Communities of Practice van/voor mbo-docenten.
Van den Berg, M. (Author). 2 Sept 2020
Student thesis: Master's Thesis