Voorbedachte raad heeft in de afgelopen jaren in de rechtspraak en in de rechtsliteratuur een ontwikkeling doorgemaakt. Rechters kwamen redelijk gemakkelijk tot een bewezenverklaring van voorbedachte raad en veroordeelden de verdachten tot moord. Vanuit de rechtsliteratuur is er veel kritiek gekomen op de ontwikkeling van de voorbedachte raad in de rechtspraak. De rechtspraak leek de bedoeling van de wetgever, dat de verdachte daadwerkelijk over het feit en over zijn om beslissing om te doden had nagedacht, te hebben losgelaten. Naar aanleiding van deze kritiek leek de Hoge Raad deze ontwikkeling in de rechtspraak te willen bijsturen en kwam met een koerscorrectie in het arrest van de Hoge Raad van 28 februari 2012. De Hoge Raad ging hogere eisen stellen aan de motivering van de bewezenverklaring van de voorbedachte raad en benoemde een drietal contra-indicaties op basis waarvan de rechter kan oordelen of er door verdachte met voorbedachte raad is gehandeld.
Hoe is de ontwikkeling van de voorbedachte raad in de wethistorie, in de rechtsliteratuur en in de rechtspraak voor het eerder voornoemde arrest? Maar vooral voldoen de huidige uitspraken en arresten van de feitenrechters aan de motiveringseisen die de Hoge Raad sinds zijn arrest van 28 februari 2012 aan de motivering van de bewezenverklaring van voorbedachte raad worden gesteld?
Date of Award | 24 Jul 2017 |
---|
Original language | Dutch |
---|
Voorbedachte rade: Een onderzoek naar voorbedachte raad bij levensdelicten in de Nederlandse rechtspraak.
Gommers, K. J. S. (Author). 24 Jul 2017
Student thesis: Master's Thesis