Abstract
In dit onderzoek stond de volgende onderzoeksvraag centraal “Welke veranderingen en (mogelijke) gevolgen brengt de invoering van de WBTR ten aanzien van bestuurders en toezichthouders van verenigingen/stichtingen met zich mee en dragen deze veranderingen bij aan de verwezenlijking van het doel van de WBTR”.De veranderingen die gevolgen kunnen hebben voor de externe aansprakelijkheid van bestuurders/toezichthouders van verenigingen/stichtingen zijn: de wettelijke grondslag voor een one-tier board en RvC en de nieuwe bepalingen over ontstentenis en belet (art. 2:44/47/291a/292a BW). De aanpassing van art. 2:50a/300a BW waarbij de bestuurdersaansprakelijkheid van art. 2:138 BW nu voor bestuurders/toezichthouders van alle soorten verenigingen/stichtingen geldt (het bewijsvermoeden van art.2:10/294 BW geldt alleen voor formele en tevens Vpb-plichtige of jaarrekening-plichtige verenigingen/stichtingen) alsmede de balansaansprakelijkheid van art. 2:139 BW voor bestuurders van formele en tevens Vpb-plichtige en jaarrekening-plichtige verenigingen/stichtingen voor misleidende jaarrekeningen (geldt ook voor commissarissen), tussentijdse cijfers en bestuursverslagen.
Naar mijn mening is de invoering van de WBTR een goede zet en wegen de verwachte positieve effecten op tegen de mogelijk negatieve effecten.
Date of Award | 20 Aug 2021 |
---|---|
Original language | Dutch |
Awarding Institution |
|
Keywords
- aansprakelijkheid
- verenigingen
- stichtingen
- bestuurders
- WBTR
- onbehoorlijke taakvervulling
Master's Degree
- Master Rechtsgeleerdheid