Abstract
De onderzoeksvraag is: Zijn de vereisten voor een eerlijk proces uit artikel 6 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens op het Klachten Instituut Financiële Dienstverlening (Kifid) van toepassing en in hoeverre voldoet het Kifid hieraan?Door betrokkenheid van de staat is art. 6 EVRM op de alternatieve geschilbeslechting (ADR) van het Kifid van toepassing.
Er is vaak geen sprake van equaltity of arms, dat vooral bij bemiddeling een nadeel voor de consument is. Veder is er weinig openheid t.a.v. de behandeling van klachten, bestaat er een schijn van partijdigheid, is de interne onafhankelijkheid aangetast en worden de waarborgen voor onafhankelijkheid niet consequent toegepast. De secretarissen hebben de grootste rol, maar ondervinden geen andere belemmering dan dat ze tijdens hun dienstverband bij het Kifid niet ook voor een financiële dienstverlener mogen werken.
De conclusie luidt dat de eisen voor een eerlijk proces van art. 6 EVRM, lid 1 wel van toepassing zijn op het Kifid, maar dat het Kifid op verschillende aspecten tekortschiet, waardoor ook het Kifid als geheel niet voldoet aan de voorwaarden voor een eerlijk proces zoals verwoord in art. 6, lid 1 EVRM.
Date of Award | 12 Aug 2022 |
---|---|
Original language | Dutch |
Awarding Institution |
|
Keywords
- klachten instituut Financiële dienstverlening
- Kifid
- Alternatieve geschilbeslechting
- ADR consumenten
- Art. 6 EVRM
- eerlijk proces
Master's Degree
- Master Rechtsgeleerdheid